Op 12 februari 2019 gingen we eindelijk op pad. Een korte update over hoe de eerste week ons verging schreef ik al eens. De tijd vliegt en inmiddels zijn we 3.000 kilometers verder. Hoog tijd voor een lange update over de eerste zes weken!
In sneltreinvaart naar Spanje
Onze eerste uitdaging was om zo snel mogelijk het mooie weer te bereiken, aangezien we het nog niet zo zagen zitten om dagen met zijn allen binnen op 10m2 door te brengen. Daarvoor moesten we toch zo’n 1800 km gaan afleggen en aangezien we met een dreumes en een peuter reizen, die op autoritten langer dan een uur meestal al beginnen te klagen, hadden we een dag of 4/5 uitgetrokken om regio Valencia te bereiken, waar de winters het aantrekkelijkst lijken. Esmee had echter onwijs veel zin om naar Spanje te gaan (voor haar betekende dat zee en strand) en hield het daarom verbazingwekkend lang vrolijk uit tijdens het rijden. En Noëlle kopieert Esmee momenteel in alles, dus een vrolijke Esmee betekende ook een vrolijke Noëlle. Uiteraard hebben we wel veel pauzes genomen en hebben we zoveel mogelijk tijdens slaapjes gereden en zo passeerden we, inclusief vertraging door een lekke band (op de Franse snelweg!), al op dag 3 de Spaanse grens. Het weer was in het noorden van Spanje al heel goed te doen, dus probeerden we vanaf hier in de ‘relax-modus’ te komen (het knopje om die modus direct te activeren moet echter nog worden uitgevonden ?).



(Niet-zo-)slow-travel
Voorafgaand hadden we gelezen over slow travel en dat sprak ons wel aan. Bij slow travel gaat het er niet om hoeveel plaatsen je bezoekt om er een selfie te kunnen maken, maar meer om de beleving. Kwaliteit boven kwantiteit. Daarbij probeer je niet per se de toeristische plaatsen te bezoeken, maar wil je juist in contact komen met locals en echt de cultuur en sfeer van een plek ervaren. Dit concept spreekt ons nog steeds heel erg aan, maar we moeten er nog wel een beetje (veel) in groeien.

Esmee vond het strand fantastisch, dus we wilden de eerste weken in ieder geval bij de kust blijven hangen. We hadden het wild kamperen nog niet helemaal ontdekt en de campings aan de Spaanse Costa vonden we verschrikkelijk. Het voelde alsof je op een parkeerplaats stond overvol met enorme witte campers van overwinterende pensionado’s, die niet veel meer lijken te doen dan elke dag hun camper wassen. Dus stonden we meestal één of twee dagen op een camping en reden dan toch weer een flink stuk verder (zo lang als de kids het rijden volhielden). Al voelde de keuze om als digital nomads te gaan leven absoluut als de juiste, van écht genieten was nog geen sprake. We moesten nog wennen aan de kleine ruimte met zijn allen, de omschakeling van voorbereidingsperiode naar onze nieuwe levensstijl nog maken, wennen aan het reizen, aan Spanje, aan het zoeken van een slaapplek… kortom, we moesten onze draai nog even vinden. Tel daarbij op dat we ons niet thuis voelden aan de Spaanse Costa, ergo, nog niet helemaal zoals we ons wilden voelen. De kids hebben daar overigens weinig van gemerkt, die waren alleen maar intens gelukkig met alle aandacht van papa en mama en de tig speeltuinen en stranden die we bezochten. Dus die missie was in ieder geval al wel geslaagd ?.
Cabo de Gata
Wij hadden als tip gekregen om naar Cabo de Gata te gaan. Een mooi natuurgebied aan de kust in het zuiden van Spanje, waar het wildkamperen met de camper op veel plekken wordt gedoogd. Dus het niet-zo-heel-slow-travelen zetten we nog even voort waardoor we binnen twee weken in Cabo de Gata aankwamen.
In Cabo de Gata kwamen we al veel meer tot rust. We hebben er een andere Nederlandse, reizende familie ontmoet, waar we een paar dagen mee hebben opgetrokken. We hebben er voor het eerst een aantal nachten zonder camping overnacht, wat erg goed beviel. Buiten dat het gratis is (wat natuurlijk een hele leuke bijkomstigheid is), kun je veel mooiere plekjes opzoeken en is het gewoon veel leuker dan op een camping. Veel meer gevoel van vrijheid. Eén zijn met de natuur. Rust. De camper behoeft nog wel een paar aanpassingen om het wildkamperen comfortabeler te maken en het meer dagen achtereen te kunnen doen. Daar gaan we in mei aan werken als we weer even in Nederland zijn.



Sierra Nevada en Granada
We begonnen het slow travel concept inmiddels een beetje te ervaren, echter moesten we eind maart in de Algarve zijn omdat we daar dan met Michels ouders hadden afgesproken. Dus het echte slow travelen moest toch nog even op zich laten wachten. Dat geeft niet, we reizen immers voor onbepaalde tijd, dus tijd genoeg om daar beter in te worden ?. Omdat wij wel even toe waren aan wat bergen in plaats van zee, zijn we vanaf Almeria door het Sierra Nevada gebergte richting Granada gereden.

We hadden verwacht dat het in de bergen nog wat fris zou zijn, maar dat viel ontzettend mee. We hebben op een camping op 2000 meter hoogte gestaan, en daar was het gewoon warm, ook ’s nachts. We hebben een klein dorp bezocht, Trevelez, dat bekend staat om zijn Serrano ham. Er waren daar dan ook meer slagerijen dan supermarkten, en bij het restaurantje dat wij bezochten hing het hele plafond vol met varkenspoten, weird…


Het was heerlijk om even in de bergen te zijn, al zitten echte bergwandelingen er helaas even niet in. Na een paar dagen bereikten we Granada. We besloten om op een camping nabij het centrum te overnachten en met de stadsbus naar het centrum te gaan. Esmee wilde in Nederland altijd bij ieder bushokje wachten, dus we dachten Esmee daar ook wel een plezier mee te doen. Ze vond de rit met de bus echter doodeng (de bus was erg groot en vol en het optrekken en stoppen ging hard en vaak) en ze heeft het er nu soms nog over. We hebben lekker geluncht in het centrum en zijn langs het Alhambra gelopen. Op de 20 minuten durende terugweg in een wederom overvolle bus moest Michel zich staande houden met Esmee als een bang aapje om zich heen geklemd. Ik denk dat hij nog dagen spierpijn in zijn armen moet hebben gehad, maar dat zal hij nooit toegeven (de bikkel). Ik had geluk dat een Engelse toerist voor me opstond, zodat ik met Noëlle kon zitten. Die vond de busrit prachtig.
Van Granada naar Portugal
Na Granada gingen we richting Sevilla. We moesten nog een keer een wasje draaien en ik had ergens een mooie camping gevonden in het bos aan een meer. De camping was inderdaad erg mooi zoals ik had verwacht, echter stonden we aan een afgrond van tien meter (niet zo relaxed met een dreumes) en ze hadden geen wasmachine… Bummer. Volgende dag dus maar meteen weer verder. Ondertussen besloten dat we een bezoek aan Sevilla maar gewoon zouden overslaan. We zijn toch niet echt van de citytrips, en zo konden we wat rustiger aan doen om op tijd in Portugal te komen voor het bezoek van Michels ouders.
Na een paar dagen passeerden we de Portugese grens. Esmee blij, want we hadden beloofd dat er in Portugal weer strand was. Eerst even boodschappen gedaan en die pakten hier toch wel een heel stuk duurder uit dan in Spanje. Toch maar voornamelijk de Lidl opzoeken dus, die qua prijs wel oké is. We overnachtten op een rustig plekje nabij Tavira.

De Zuidkust van Portugal
Het volgende plan is om de zuidkust van Portugal af te gaan. Via de Facebookpagina van een andere reizende familie had ik een plekje aan het strand nabij Loulé gespot. Normaliter mag je tijdens het wildkamperen geen kampeergedrag vertonen. Dus luifeltje niet uit, geen spullen buiten uitstallen, niet buiten eten etc. Met de kids vinden we dat soms wel een uitdaging, omdat je voor hen toch graag het speelkleed met speelgoed buiten neerlegt. Op dit plekje is dat echter geen probleem, dus het was echt een ideale plek om een paar dagen te verblijven. En het leuke was dat deze plek op de route lag van het vliegveld naar het appartement waar Michels ouders een paar dagen vakantie kwamen vieren, dus konden zij ons eerst even hier bezoeken zodat ze het camperleven ook een beetje konden ervaren.

Opa en oma op bezoek
Het bezoek van Michels ouders was natuurlijk een feestje, zowel voor ons als voor de kids. Ze hadden een appartementje gehuurd met uitzicht op zee bij Cavoeiro. Wij konden onze camper op het parkeerplaatsje voor de deur neerzetten, heel handig en gezellig. We konden lekker douchen en de was doen in het appartement (ideaal ?) en Michel en ik hebben ook nog even een wandeling met zijn tweeën kunnen maken, nu we even oppas hadden. De kinderen hebben genoten van alle aandacht, en wij ook haha.
Stranden in de Algarve
Na het vertrek van Michels ouders stond Praia da Marinha op de planning. Volgens velen zou dat het mooiste strand van de wereld zijn, dus we waren erg benieuwd. Het waaide die dag echter behoorlijk en Esmee durfde daardoor het strand niet op. Ook de prachtige wandeling langs de kliffen bovenlangs ging zo niet echt werken. Van de hele dag een paniekerige peuter meezeulen wordt niemand blij, dus hebben we ons plan maar aangepast. We zijn een stukje verder gereden en kwamen uiteindelijk uit bij Salema, waar we nog wel even het strand op konden en een plekje voor de nacht konden vinden.

Aan de kust tussen Lagos en Sagres liggen tal van strandjes waar je met de camper in de buurt kunt overnachten. Er zouden ook veel hippies en surfers moeten zijn, maar daarvan hebben we er tot nu toe eigenlijk nog niet veel gezien. We hoppen nu een beetje van strandje naar strandje en kijken dan waar zowel wij als de kids ons goed kunnen vermaken. De wind gooide de afgelopen dagen nog een beetje roet in het eten (Esmee wil dan het liefst de hele dag binnen zitten, maar dat vinden wij niet zo’n goed idee). Praia do Zavial (zie foto’s hieronder) ligt mooi beschut tussen de kliffen, dus daar hebben we nog een dag van het strand kunnen genieten. En Noëlle heeft daar eindelijk de smaak van het lopen te pakken gekregen :-D. Om ook even iets anders te doen dan strand, hebben we het fort van Sagres nog even bezocht.
Momenteel (ik schreef deze blog op 31 maart) staan we op een camping in Sagres en zullen we de komende periode de zuidkust verlaten en via de westkust richting Lissabon rijden. Vanaf daar willen we een stukje via het binnenland richting de Pyreneeën. En dan weer naar Nederland, om daar begin mei de gewenste aanpassingen aan de bus te kunnen doen.
24/7 met zien vieren samen op 10 m2 meter, hoe bevalt dat nou?

De eerste weken leek de bus erg klein en waren we al een beetje aan het fantaseren over het kopen van een grotere bus. Inmiddels hebben we onze draai wel gevonden en vinden we het formaat van de bus eigenlijk wel prima. We kijken wel uit naar de aanpassingen in mei (een groter toilet bijvoorbeeld ?) om het leven in de bus een stukje comfortabeler te maken. Esmee heeft één keer gezegd dat ze graag terug wilde naar Nederland. Toen ik vroeg waarom zei ze dat ze het daar mooier vond en haar speelgoed miste. Ik denk dat ze zich op dat moment gewoon een beetje verveelde, want ik heb niet het idee dat ze het op andere momenten mist en ze heeft het er verder nooit over. Ik ben wel benieuwd wat voor een invloed het op haar heeft als we straks weer een paar weken in Nederland zijn geweest.
Tot nu toe hebben we nog nagenoeg geen regen of slecht weer gehad, enkel één middag storm. Hoe het ons gaat bevallen met minder goed weer moeten we dus nog gaan ervaren. Eerder schreef ik of het ooit zou gaan wennen om geen eigen douche te hebben… Tot mijn eigen verbazing: Ja! En volgens mij ruik ik meestal nog steeds best fris ook ?.